Uitgesproken, toekomstgericht en verbindend
Door natuurinclusief te ontwerpen en te bouwen is het mogelijk gezonde en aantrekkelijke steden en dorpen te creëren, die voor alle bewoners een prettige leefomgeving zijn. Investeren in groene kwaliteit levert immers veel meer op dan alleen maar een mooi plaatje. Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomerhitte, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis. Juist dankzij deze bevolkingsgroepen komen steden en dorpen écht tot leven.
In totaal komen er in Hart van de Waalsprong bijna 1.000 nestkasten. Een groot deel is ontworpen op basis van de wensen van de huismus. Voor deze beschermde diersoort en andere kleine zangvogels is de directe omgeving van belang. In een succesvol broedseizoen speelt alles zich af binnen een radius van 50 meter rondom het nest. Er is een sterke relatie tussen geïntegreerde nestkasten in de gevel, beplanting in de privé-tuinen en in de openbare ruimte. Nestkasten voor de huismus hebben een 35mm diameter opening en zijn ook geschikt voor de pimpel- en koolmees en de ringmus. Al deze soorten zijn holenbroeders en voelen zich dus thuis in stenen ingebouwde nestkasten.
Een goede woonomgeving voor de huismus voldoet verder aan de volgende woonwensen:
1. Huismussen eten vooral zaden, jong blad, zaden van grassen, bloemknoppen, fruit en vruchten.
2. De jonkies eten liever iets zachter voedsel. Binnen een straal van 50 meter rond het nest zoeken de ouders naar insecten en larven.
3. In de nesten wordt alleen geslapen door de broedende vrouwtjes en de jongen die nog niet uitgevlogen zijn. Geïntegreerde nesten naast gevelgroen als klimop en vuurdoorn zijn van belang.
4. Huismussen slapen graag met een groep bij elkaar, in dicht, hoog opgaand groen zoals klimplanten als blauwe regen. In de winter verblijven ze liever in groenblijvende, hoge en dichte planten zoals taxus, liguster, vuurdoorn, klimop.
5. Overdag zijn schuilplaatsen van belang die zich nabij de nesten bevinden. De huismus zoekt overdag naar voedsel, water en een mogelijkheid om te baden. Een dikke, dichte, ongeveer 2,5 m groenblijvende struik kan een hele groep huismussen huisvesten als zij zich bij nood moeten verstoppen.
6. Drinkwater- en badmogelijkheden door water in de kopse rollagen, en zandstenen in de wadi.
7. In de buurt van waterbaden zijn dichte struiken te vinden waar de huismus in nood kan schuilen. Een waterbad moet minimaal één mus breed zijn en ruimte geven aan een tweede huismus op de kant die op zijn beurt wacht of de wacht houdt.
8. Huismussen hebben steentjes in de maag nodig om zaden te vermalen en om noodzakelijke kleine hoeveelheden zouten en kalk op te nemen. De halfverharding in sommige straten en de onderlaag van de wadi's kunnen hiervoor zorgen.
9. Mogelijkheid tot stofbaden met droge fijne gornd in bijvoorbeeld plantenborders, op speelplekken en voegen van de klinkers.
10. Zonnebaden in hoge struiken of daken doet de huismus bij voorkeur op het zuiden.